Onbegrip van de buitenwereld

Onbegrip bij een ziekte

Als je een (chronische) ziekte hebt kunnen mensen dat niet altijd aan jou zien. Zij zien nl. alleen de buitenkant. Ook weten ze vaak niet wat die aandoening aan ongemak met zich meebrengt. Voor de buitenwereld blijft het dan ook lastig om te begrijpen hoe jij je voelt en wat jij wel of niet kunt. Soms is het voor jezelf ook een raadsel, want de ene dag gaat het beter dan de andere. Je moet maar afwachten hoe je je voelt. Opmerkingen als: ‘Jij zit ook vaak op bank!’. ‘Moet je nu alweer rusten? Je bent net van vakantie terug’. ‘Jij hebt echt weinig energie, zeg!’ heb je vast wel eens te horen gekregen. Dit commentaar is pijnlijk en komt hard binnen, zeker als je wat minder goed in je vel zit. Hoe ga je daarmee om?

Communicatie

Een communicatievoorbeeld:

Opmerking uit je omgeving: Ben je nu alweer moe?
Gevoel dat dit bij jou oproept: Ik ben boos, verdrietig en voel me miskend of afgewezen
Je denkt: Hij snapt er niks van!
Misschien zeg je: Wil je soms met me ruilen? Of Nee hoor, ik ben helemaal niet moe.
Einde gesprek, met een vervelend gevoel voor beide partijen

Wat levert zo’n gesprek jullie beiden op? Niets. Jij zegt niet wat je van binnen voelt. Je gesprekspartner begrijpt niet goed waarom je zo reageert. Dus het onbegrip overheerst; je hebt geen echte verbinding met de ander.

Tijdens zo’n gesprek gebeurt er heel veel in een fractie van een seconde. Door een opmerking van iemand anders word je geraakt, en dat roept gevoelens en gedachten op: precies die gevoelens die we liever niet willen voelen. Want we willen helemaal niet moe en ziek zijn. Dus wat doen we dan? We kaatsen de bal terug, worden boos of zeggen “Wil je soms met me ruilen?”. Of we ontkennen onze vermoeidheid en bagatelliseren het.
Het resultaat is dat je zelf boos en gefrustreerd achterblijft, maar dat ook de ander zich waarschijnlijk niet begrepen voelt, want die stelde alleen maar een vraag. Het is jammer dat op deze manier de verbinding tussen jullie min of meer verbroken wordt en het onbegrip toeneemt. Want dat is nou net wat je niet wilt!

Onderliggende behoeften

Als je met iemand praat over je ziekte wil je natuurlijk graag dat die persoon echt luistert. Daarnaast heb je misschien nog andere behoeften, zoals:
• Je wilt graag dat die persoon je begrijpt
• Je zou willen dat die persoon je ondersteunt (bij dagelijkse dingen).
• Misschien wil je medeleven of respect voor hoe jij het allemaal aanpakt met je ziekte.
• Mogelijk verlang je naar geruststelling, omdat je bang bent voor de toekomst.

Allemaal verschillende behoeften die meestal verborgen blijven in het gesprek. Vaak ben je er zelf niet van bewust wat je onderliggende behoeften of verlangens zijn. Maar die wensen en behoeften zijn wel heel belangrijk. Pas als je je ervan bewust bent, kun je die uitspreken. En dan krijg je een heel andere conversatie. Je geeft de ander de gelegenheid om jouw wensen op te pikken en daarop te reageren. Grote kans dat je een meer passende reactie krijgt, waar jij je beter bij voelt.

Beter communiceren

Een voorbeeld van een gesprek waarin je je behoefte zichtbaar maakt:

Opmerking: Ben je nu alweer moe?
Jouw behoefte: Ik wil gehoord en begrepen worden
Je kunt zeggen: Ik vind het zelf ook niet fijn dat ik vaak moet rusten, maar als ik dat niet doe, kan ik straks niet dit of dat doen / ben ik morgen helemaal niets waard.
Wat levert het je op? Je hebt gezegd wat je voelt. Daardoor maak je verbinding met de ander, die zo de ruimte krijgt om op een positieve manier te reageren. Waarschijnlijk voel je je beter begrepen en wellicht zelfs gesteund. En wie weet: misschien stelt de ander nog een verhelderende vraag.

Acceptatie is het toverwoord

Als persoon met een (chronische) ziekte moet je stevig in je schoenen staan om alle opmerkingen en vragen van je omgeving goed te beantwoorden. Juist omdat je zelf vaak ook onzeker, verdrietig of boos bent over je situatie bent, is dat zo lastig. Een belangrijk punt is, dat hoe meer jij je ziekte accepteert en weet wat je wilt, hoe beter je dat aan een ander duidelijk kunt maken. En des te makkelijker jij de ander in een gesprek kunt uitleggen hoe het voor jou voelt. Op deze manier maak jezelf ook veel minder afhankelijk van wat de buitenwereld van je vindt. Als jij staat voor wie je bent, met je eventuele beperkingen, kunnen mensen nog zoveel van je zeggen of vinden, maar dan deert het jou niet.

Tips om beter te communiceren

– Ga bij jezelf na wat je behoeften zijn als je met anderen over je aandoening praat. Schrijf ze eens op, zodat je ze in een gesprek naar voren kan brengen.
– Wat wil je graag dat iemand anders voor je kan betekenen? Benoem dat ook.
– Probeer zo duidelijk mogelijk te zeggen wat jij voelt en bedoelt, want anders blijft die onderliggende laag – je verlangen dus – onbesproken. En daar heb je zelf het meeste last van!
– Zeg gewoon eens in een gesprek dat je zelf ook boos, verdrietig of bang bent voor deze ziekte. Of laat de ander merken dat je jezelf weleens onzeker voelt met je lichaam. Dat maakt je wel kwetsbaar, maar tegelijkertijd heel krachtig, want je laat jezelf in al je puurheid zien.
– Klagen levert absoluut geen positieve energie op. Natuurlijk kun je weleens zeggen dat het niet zo lekker loopt, maar door te klagen voel je je slachtoffer en het brengt je in een neerwaartse spiraal. Niet handig als je al weinig energie hebt!
– Klagen levert ook vrijwel nooit positieve reacties van je omgeving op, want veel mensen houden niet van klaagzangen. Zoek liever steun bij lotgenoten (bv. op internet).
– Besef dat er altijd onbegrip zal bestaan. Heb daar begrip voor. Accepteer dat andere mensen niet snappen waarom jij dingen niet kan, die voor hen voor de hand liggen. Zij kunnen immers niets aan je zien. Het doet zeker pijn als je niet begrepen wordt. Maar trek het je niet te persoonlijk aan, probeer je niet gekwetst te voelen, laat het bij de ander. En… zeg nou eens eerlijk, begrijp jij iedereen om je heen?

    Leave a Reply

    Your email address will not be published. Required fields are marked *