Op zoek naar erkenning
Boem, klabam, daar lig ik, languit op de grond!
Verdwaasd hijs ik me omhoog en kijk om me heen, er is niemand in de winkel. Op zoek naar de gesneden groenten ben ik uitgeleden over een reclameposter die op de grond ligt. Ik heb geprobeerd mezelf tegen te houden met mijn arm en dat voel ik nu. Snel ga ik op zoek naar een medewerker om mijn verhaal te doen, maar de winkel is zo goed als leeg. Het is natuurlijk etenstijd, bedenk ik me. Bij de kassa staan twee klanten te wachten. Ik sluit aan in de rij, kan niet wachten om de kassière te vertellen dat ze hun reclameposters beter op moeten hangen. Eindelijk ben ik aan de beurt en doe de kassamedewerker, een oudere man, mijn verhaal uit de doeken. Hij reageert nauwelijks, zegt: “Ik zit hier maar alleen, personeelstekort hè?” Ik voel mijn boosheid stijgen, mijn zere arm bonkt. Ik zeg: “Ik had wel iets kunnen breken!” Waarop hij antwoordt: ”Ja, het is hier de Aldi, te weinig personeel dus.” De man scant stoïcijns verder. Ik voel me totaal niet gezien of gehoord en loop boos de winkel uit. De kassier toont geen enkel begrip en Aldi of niet, het moet wel veilig zijn voor de klant.
Thuis blaas ik stoom af en besef ik dat de man mij totaal geen erkenning gaf. Als hij alleen maar had gezegd: “Wat vervelend voor u mevrouw, maar ik ben hier maar alleen”, was mijn boosheid waarschijnlijk meteen gezakt. Ik snap nu ook dat hij uit zelfbescherming geen sjoege geeft, want zelf baalt hij er waarschijnlijk ook van dat hij daar in zijn eentje de winkel moet runnen.
Erkenning: we willen het allemaal. Gezien en gehoord worden in onze pijn. Serieus genomen worden. Erkenning is een basisbehoefte. Maar we krijgen het vaak niet.