In mijn voortuin staat een esdoorn. Niet zomaar eentje, maar een hele speciale. In de lente en zomer is hij groen en in de herfst kleurt hij dieprood.
Het is een echte blikvanger. Voorbijgangers stoppen zelfs om een foto te maken.
Elk jaar is het weer een feestje.
Maar niet dit jaar.
Een maand geleden is door een storm een boom omgewaaid. In zijn val dwars door onze tuin heeft hij een deel van de esdoorn meegenomen. Drie takken zijn daarbij afgebroken. De mannen van de gemeente hebben alles netjes afgezaagd. Ze zeiden erbij dat er vast nieuwe takken zullen groeien. Wel even geduld hebben mevrouw.
Met weemoed kijk ik nu vanuit het raam naar mijn acer. Hij heeft drie afgezaagde stompen. Het voelt als een verlies, hij is niet meer volmaakt.
Maar de boom zelf staat nog fier overeind. En de bladeren verkleuren hetzelfde karmozijnrood als vorig jaar. Vanaf de straat is het nog steeds een eyecatcher.
Dus met welke blik kijk ik? Wat er níet is of wat er wél is? Goeie vraag.
Het hangt af van mijn stemming.
Soms ben ik melancholisch en zie ik alleen het kale deel. Dat mag. Meestal zit ik in een positieve mood en zie ik volmaakte onvolmaaktheid. Een perfecte boom met hier en daar een oneffenheidje.
En ik besef dat we dat eigenlijk allemaal zijn. En dat is fijn.